Duurzame ontwikkeling en energietransitie: één impuls voor de toekomst

Een fundamenteel concept: duurzame ontwikkeling
Al tientallen jaren staat het evenwicht tussen economische groei, sociale vooruitgang en milieubehoud centraal in de mondiale agenda. In die geest ontstond het concept van duurzame ontwikkeling, dat populair werd door het Brundtland-rapport (1987): “ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen“.
Dit idee, dat op het eerste gezicht eenvoudig lijkt, is het resultaat van een collectief proces en alarmerende constateringen die al in de jaren zeventig werden gedaan. De Conferentie van de Verenigde Naties over het menselijk milieu in Stockholm in 1972 waarschuwde voor het eerst voor de vernietigende gevolgen van ongebreidelde ontwikkeling door de mens voor de planeet. In datzelfde jaar wees de Club van Rome in haar rapport “De grenzen aan de groei” op de onverenigbaarheid van oneindige economische groei met eindige natuurlijke hulpbronnen.
In 2015 werd deze visie vertaald in de goedkeuring door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de Agenda 2030 en de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Deze doelstellingen vormen een wereldwijd actieplan om tegen 2030 armoede uit te bannen, de planeet te beschermen en welvaart voor iedereen te garanderen.
Verschillende daarvan houden rechtstreeks verband met de thema’s energietransitie en klimaatactie (SDG 7 – Betaalbare en schone energie, SDG 13 – Maatregelen tegen klimaatverandering), maar ook met gelijkheid, verantwoord consumeren en goed bestuur (SDG 11, 12, 16 en 17).
Deze SDG’s geven een gemeenschappelijke koers die lokale acties koppelt aan mondiale prioriteiten.

Sindsdien is dit besef steeds sterker geworden tijdens internationale bijeenkomsten: het Protocol van Montreal (1987) inzake de bescherming van de ozonlaag, het Protocol van Kyoto (1997) inzake broeikasgasemissies, het Akkoord van Parijs (COP21 in 2015) en meer recentelijk de COP26 (Glasgow, 2021) en COP27 (Sharm el-Sheikh, 2022), die herinneren aan de urgentie om actie te ondernemen tegen klimaatverandering.
Eén doel: het welzijn van de mens en het respect voor de grenzen van onze planeet met elkaar verzoenen
Duurzame ontwikkeling is niet alleen een kwestie van milieu: het doel is in de eerste plaats het welzijn van de mens vandaag en morgen te waarborgen. Door de biodiversiteit te beschermen, de lucht-, water- en bodemverontreiniging te beperken en de opwarming van de aarde tegen te gaan, behouden we de “milieugoederen” die het leven mogelijk maken: een adembare atmosfeer, drinkbaar water, vruchtbare bodems en veerkrachtige ecosystemen.
Werken aan duurzame ontwikkeling betekent dus ook het verminderen van gezondheidsrisico’s, het beschermen van de voedselzekerheid en de toegang tot vitale hulpbronnen voor iedereen, met name voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Het betekent ook het stimuleren van een soberder en solidaire levenswijze, die de gelijkheid tussen generaties en tussen regio’s bevordert.
De energietransitie: een van de concrete hefbomen om onze modellen te transformeren
Gezien deze ambitie rijst een centrale vraag: hoe kan dit worden omgezet in concrete acties? Een van de meest concrete antwoorden ligt in de energietransitie, een van de meest zichtbare hefbomen om duurzame ontwikkeling te realiseren.
Deze transitie verwijst naar de geleidelijke transformatie van onze energieproductie- en consumptiesystemen en bestaat uit de overgang van een systeem dat gebaseerd is op fossiele brandstoffen, die veel CO₂ uitstoten, naar een model dat gebaseerd is op hernieuwbare energie en een efficiënter en soberder verbruik.
De energietransitie is niet louter een technische aangelegenheid. Ze belichaamt een daadwerkelijke implementatie van duurzame ontwikkeling door gezamenlijk in te spelen op de drie fundamentele pijlers ervan:
- Milieu: door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, draagt zij rechtstreeks bij aan de bestrijding van de klimaatverandering;
- Economisch: ze bevordert innovatie, stimuleert de lokale werkgelegenheid en versterkt de energieonafhankelijkheid van de regio’s;
- Sociaal: ze maakt democratisch bestuur mogelijk, waarbij burgers worden betrokken en concrete voordelen op lokaal niveau worden gecreëerd.
Maar afgezien van de technologische uitdaging nodigt de energietransitie ons uit om onze economische en sociale systemen grondig te herzien. Ze stelt vragen bij de organisatie van onze netwerken, de verdeling van rijkdom, de manier waarop energie wordt beheerd en de strategische rol van de regio’s.
Door lokale productie te valoriseren, in te zetten op energie-efficiëntie en autonomie aan te moedigen, maakt ze de weg vrij voor meer rechtvaardige, solidaire en veerkrachtige modellen. Ze spoort iedereen – burgers, bedrijven en overheden – aan om verantwoordelijker te consumeren en de levenskwaliteit centraal te stellen in plaats van alleen maar goederen te vergaren.
Naast het engagement van de burgers beschikken ook bedrijven over belangrijke hefbomen om de transitie te bevorderen.
Om deze transformatie tot een succes te maken, volstaat het optreden van de overheid niet. Het vereist de mobilisatie van het maatschappelijk middenveld, en in deze beweging spelen ook bedrijven een centrale rol.
Daar komt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) om de hoek kijken, als brug tussen bedrijven en duurzame ontwikkeling. MVO verwijst naar de vrijwillige integratie door bedrijven van sociale, ecologische en economische aandachtspunten in hun activiteiten en interacties met hun stakeholders (klanten, werknemers, leveranciers, regio’s). Volgens de Europese Commissie (2011) is “MVO de verantwoordelijkheid van bedrijven voor de effecten die zij hebben op de samenleving”.
De inzet van bedrijven voor MVO levert een concrete bijdrage aan de energietransitie en de implementatie van duurzame ontwikkeling in de economie. Een verantwoordelijk bedrijf past goede praktijken toe, zoals:
- het verminderen van zijn energieverbruik;
- het gebruik van hernieuwbare hulpbronnen;
- het beperken van afval en vervuilende emissies;
- het ondersteunen van de dynamiek van regio’s;
- bescherming van de mensenrechten en het welzijn van zijn medewerkers.
MVO is meer dan alleen een milieubeleid, het omvat een geïntegreerde visie op de sociale, economische en ecologische impact van de bedrijfsactiviteiten. Dit vertaalt zich in krachtige verbintenissen: vermindering van de CO2-voetafdruk, gebruik van schone energie, ontwerp van duurzame producten, versterkte lokale verankering…
Sommige bedrijven gaan nog verder door zich te bevoorraden bij burgercoöperaties, te investeren in koolstofarme infrastructuur of hun bedrijfsmodel te herzien om de energie-uitdagingen volledig te integreren.
Zo wordt MVO een strategische hefboom voor de transformatie van bedrijfsmodellen naar meer veerkracht, transparantie en sociale rechtvaardigheid, in perfecte overeenstemming met de doelstellingen van de energietransitie.
Een positieve spiraal voor de planeet en toekomstige generaties
Uiteindelijk vormen duurzame ontwikkeling, energietransitie en MVO een coherent geheel:
- Duurzame ontwikkeling is het algemene kader dat de ambitie bepaalt.
- De energietransitie is een van de belangrijkste hefbomen om deze ambitie te verwezenlijken.
- MVO is het concrete instrument waarmee bedrijven samen met burgers en overheden actief kunnen bijdragen aan deze doelstelling.
Zo kan iedereen (burgers, bedrijven en overheden) zijn steentje bijdragen aan een efficiëntere, solidairdere en milieuvriendelijkere samenleving. Initiatieven zoals Energiris zijn een concreet voorbeeld van deze dynamiek: schone energie, lokaal geproduceerd en beheerd, voor vandaag en morgen.
Uitdagingen en beperkingen: waarom het allemaal complexer is dan het lijkt
Dit model kent echter ook uitdagingen. Ondanks de vooruitgang gebruiken veel bedrijven de term MVO nog steeds als marketingargument zonder dat er sprake is van ingrijpende structurele veranderingen – soms wordt dit greenwashing genoemd. De energietransitie wordt bovendien ge e vertraagd door technische (opslag, netwerken), financiële (initiële investeringskosten), politieke (wil en samenhang van de strategieën) en sociale (lokale aanvaardbaarheid, gedragsverandering) obstakels.
Sommige critici wijzen er ook op dat het concept van duurzame ontwikkeling vaak te vaag blijft om onze levenswijze echt te veranderen: het kan worden misbruikt om projecten te rechtvaardigen die in werkelijkheid een groeimodel in stand houden dat onverenigbaar is met de grenzen van onze planeet.
Concrete antwoorden: hoe Energiris handelt
In deze context tonen burgerinitiatieven zoals dat van Energiris aan dat het mogelijk is om verder te gaan dan mooie woorden en concrete actie te ondernemen.
Door burgers samen te brengen om gezamenlijk projecten voor hernieuwbare energie of energie-efficiëntie te financieren, doet Energiris het volgende:
- beschermt het gemeenschappelijk goed door bij te dragen aan de vermindering van de CO₂-uitstoot,
- versterkt het lokale welzijn door energiebesparingen en efficiëntere gebouwen te bevorderen,
- de waarde eerlijk herverdeelt ten voordele van de gemeenschap in plaats van grote concerns
- stelt inwoners in staat om op een transparante en democratische manier een actieve rol te spelen in de transitie.
Zo draagt Energiris rechtstreeks bij aan het tastbaar maken van duurzame ontwikkeling en de energietransitie op lokaal niveau, en inspireert het andere regio’s.
Referenties
- Wereldcommissie voor Milieu en Ontwikkeling (1987). Een toekomst voor iedereen (Brundtlandrapport).
- Meadows, D.H. et al. (1972). The Limits to Growth. Club van Rome.
- Verenigde Naties (1972). Conferentie van Stockholm over het menselijk milieu.
- Verenigde Naties (1987). Protocol van Montreal.
- Verenigde Naties (1997). Protocol van Kyoto.
- Verenigde Naties (2015). Akkoord van Parijs (COP21).
- Verenigde Naties (2021, 2022). COP26 (Glasgow) en COP27 (Sharm el-Sheikh).
- Europese Commissie (2011). Een nieuwe EU-strategie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Vandaag handelen voor morgen
Door lid te worden van een burgercoöperatie zoals Energiris kan iedereen een rol spelen in de energietransitie en duurzame ontwikkeling. Want samen kunnen we ons milieu beschermen, lokale innovatie ondersteunen en toekomstige generaties een leefbare toekomst garanderen.
Met zijn lokale projecten en burgerparticipatie draagt Energiris rechtstreeks bij aan verschillende SDG’s, waaronder toegang tot schone energie, klimaatactie en het creëren van duurzame gemeenschappen.
Door al deze lokale acties, gedragen door iedereen, kunnen we samen de wereldwijde uitdaging op het gebied van klimaat en welzijn aangaan.